Patronen

Inkjetprinters maken gebruik van cartridges. Elke cartridge bevat één of meerdere inktreservoirs, ook wel patronen genoemd. Meestal heb je één patroon voor zwart en meerdere patronen voor kleur (cyaan, magenta en geel). Cartridges bevatten vaak ook een chip die in staat is om naar de printer te communiceren hoeveel inkt er nog in de patronen zit.

Hoe lang zijn inktpatronen houdbaar?

In tegenstelling tot laserprinters maken inkjetprinters gebruik van vloeibare inkt. De inkt in de patronen blijft niet eeuwig goed. Als je maar heel weinig print of je printer gedurende langere tijd niet gebruikt, dan kan de inkt uitdrogen. De patronen zijn dan niet meer bruikbaar. Hoe lang de inkt precies goed blijft hangt af van het merk en de fabrikant.

Waarom zijn de patronen zo snel leeg, ook als ik bijna niets afdruk?

Ook als je maar heel weinig afdrukken maakt, kunnen je patronen snel leeg raken. Waar blijft die inkt dan? Wel, elke keer dat jij je printer aanzet, gaat de printer zichzelf (of liever gezegd, de printkoppen) reinigen. Dat reinigen doet hij met de inkt uit de patronen. Na het reinigen wordt de inkt die gebruikt is naar een speciaal reservoir geleid. Dus als jouw printer normaal gesproken uit staat en je zet hem regelmatig aan om even één printje te maken, gaat er een groot deel van de inkt op aan het reinigingsproces. Je kunt inkt besparen door meerdere printopdrachten tegelijk uit te voeren, zodat de printkoppen tussendoor niet gereinigd hoeven te worden.

Waarom blijft er altijd een beetje inkt over in de patronen?

Wanneer de printer aangeeft dat het tijd is om de cartridges te vervangen, blijft er altijd ongeveer 10 procent inkt achter in de patronen. Dat is expres gedaan door de fabrikant. Niet om jou te pesten, maar om de printkoppen te beschermen. Als je namelijk gaat printen zonder dat er inkt in de patronen zit, verbranden de spuitmondjes en kan de printer niet meer gebruikt worden. En de spuitmondjes laten vervangen is meestal duurder dan een nieuwe printer aanschaffen!